Den Haag kan energie halen uit aardwarmte, restwarmte, uit water en zonne-energie.

Een ander woord voor geothermie is aardwarmte. Aardwarmte wordt gewonnen uit water dat diep in de bodem zit. In Nederland wordt aardwarmte meestal gewonnen op een diepte van 2 tot 3 kilometer. Het water dat omhoog wordt gepompt is tussen de 70 en 90 graden.

Om het warme water te kunnen gebruiken, worden twee gaten geboord. Uit het eerste gat wordt warm water opgepompt. Nadat de warmte is gebruikt, gaat het afgekoelde water via het tweede gat weer terug de bodem in. De hoeveelheid water in de aarde blijft daarmee gelijk.

Het warme water wordt gebruikt om huizen en bedrijfspanden te verwarmen en voor warm water uit de kraan. Dit gebeurt via een warmtenet. Een warmtewisselaar draagt de warmte over op water in een warmtenet. Dat gebeurt in een (energie)centrale.

De aardwarmtecentrale aan de Leyweg levert warmte aan 2.000 woningen in Den Haag Zuidwest. Hier is nog ruimte voor verdere groei tot zo’n 4.000 woningen.

Ook op andere plekken in de stad kunnen aardwarmtecentrales komen. Het gaat om de Binckhorst, Ypenburg en bij de Unipercentrale aan het De Constant Rebecqueplein.

In de Vruchtenbuurt is een experiment gestart om lokaal opgewekte groene stroom te delen via een smart grid (een slim elektriciteitsnet). Zie Sterk op Stroom | Deel je energie. Een gemeentelijk voorbeeld van het delen van energie is het Living Lab in Scheveningen. Zie Den Haag – Nieuwe techniek in Living Lab Scheveningen.

Waterstof heeft toekomst in de (staal)industrie en lucht- en scheepvaart. Voor deze sectoren zijn bijna geen andere fossielvrije opties. Waterstof zal nog tientallen jaren lang schaars blijven. Het zal nauwelijks beschikbaar zijn voor het verwarmen van woningen, hier zijn andere mogelijkheden voor. Bovendien vraagt waterstof veel elektriciteit: voor de productie van waterstof voor een cv-ketel is ongeveer zeven keer zoveel stroom nodig als voor dezelfde hoeveelheid warmte met een warmtepomp.